Over mij

Mijn naam is Karel van der Plas; getrouwd met mijn vrouw Ilse, vader van vier prachtige kinderen en een enthousiaste schrijver en spreker.

'Wat mij drijft is een passie voor het Woord van God. De rijkdom van de Bijbel is groot en het verandert mensen. Ook vandaag de dag.'

Ik ben opgegroeid in Sliedrecht, midden in de Alblasserwaard. En voor wie deze omgeving niet kent, het is één van de meest reformatorische streken van Nederland. Van mijn vaderskant heb ik veel van die traditie meegekregen – mijn moeder kwam uit een 'ongelovig nest', zoals we dat altijd wat oneerbiedig zeiden. In mijn jeugd betekende geloof niet veel meer dan naar de kerk gaan – tot mijn 16^e levensjaar; ik ontmoette mijn vrouw Ilse. En die nam het geloof serieuzer dan ik toen deed.

In de verkeringstijd die volgde hielden veel vragen mij bezig: Wat betekent 'geloven' eigenlijk? Was ik wel gered? En wie is Jezus voor mij? Meer dan ik altijd had gedacht kon ik ook een denker zijn. De antwoorden die de kerk mij gaf waren niet altijd bevredigend. Ik ging zelf op zoek. Niet naar religie, maar naar de levende God. En wat er precies gebeurde kon ik toen niet onder woorden brengen. Maar achteraf wist ik het: op dat moment raakte God mij aan en vulde mij met Zijn Heilige Geest. Er was iets fundamenteels veranderd; ik werd een volgeling van Jezus en in de zomer van 2018 lieten mijn vrouw Ilse en ik ons dopen!

De afgelopen jaren heb ik fulltime gewerkt als grafisch vormgever en later als art director. Vanaf het voorjaar van 2024 ben ik partime gaan, omdat ik steeds meer de indruk kreeg dat God mij riep. Hij vroeg mij tijd vrij te maken voor Zijn Koninkrijk. En dat heb ik gedaan. Deuren gingen open en oppeens stond ik op zondagmorgen te preken. Een jaar later, voorjaar 2025, ging het nog een stap verder. Ik nam ontslag als grafisch vormgever en ben in juni van dat jaar gestart als Hoofd Educatie bij Christenen voor Israël. Opnieuw een stap in geloof, niet wetend waar ik met Hem uitkom.

De geloofsgetuigen uit Hebreeën 11 ontroeren mij daarom altijd weer. Zij hebben in geloof gewandeld, ook lang niet altijd gezien waarheen of waarom; zij hebben, ondanks wat de wereld zei en aanbood, vastgehouden aan Gods beloften en daar op vertrouwd. Zij zagen een hemelse werkelijkheid en hebben die gevolgd. En zo hoop ook ik, met mijn roeping en talenten, in dat spoor mee te lopen.